Interview Interview
Iman Padmos, waar komt die voornaam eigenlijk vandaan?
De naam Iman komt alleen in de familie Padmos voor. De familie Padmos komt van het eiland Schouwen- Duiveland. De naam Iman komt ook via aangetrouwden in sommige andere families voor. Maar volgens mij niet veel. Ik heb drie neven die Iman heten, twee maal Iman Padmos en eenmaal met een andere achternaam. Ik ben vernoemd naar mijn beide opa’s: Iman Padmos en Abraham Dijkshoorn. Mijn ouders vonden Iman Abraham Padmos een mond vol en hebben mij Iman Abram Padmos genoemd. Zoals u misschien wel weet, kreeg Abram in Genesis 17 de naam Abraham: vader van een menigte volken. Die slag had ik door mijn naam Abram bijna gemist. Een menigte volken hoefde ik niet persé, maar gelukkig kwam ik Cathy tegen en hebben we drie prachtige dochters.
In 1973 kreeg ik een leraar Frans, die na de staatsgreep van generaal Pinochet vanuit Chili naar Nederland terug kwam. Hij kende zijn Spaans en bij de kennismaking met onze klas vertelde hij mij dat mijn naam ook in het Spaans voorkomt. Daar betekent Iman ‘magneet’. Hij waarschuwde mij voor mijn aantrekkingskracht op de meisjes uit mijn klas. Daarvan heb ik overigens weinig gemerkt.
Toen ik aan de VU in Amsterdam theologie studeerde kwam ik erachter dat ‘Iman’ in het Arabisch ‘geloof, vertrouwen’ betekent: de aanduiding voor het Islamitische geloof. Blijkbaar ben ik in de verkeerde godsdienst terechtgekomen. In de Arabische wereld krijgen zowel jongens als meisjes de naam ‘Iman’. Ik kan u heel wat verhalen vertellen over hoe mensen mij benaderden op grond van mijn naam, maar die zal ik u besparen!


Eigen levensbericht ging in snel tempo bij de introductie. Cathy nam er meer tijd voor.
Bovendien waren er een aantal leden niet.
Kun je nog even wat op papier zetten?

Ik ben op 10 september 1957 in Geesteren (gemeente Borculo, Gld) geboren als oudste van vijf kinderen. In verband met het predikantschap van mijn vader zijn wij in 1960 geëmigreerd naar Canada, waar wij achtereenvolgens hebben gewoond in Calgary en Edmonton (beide in de provincie Alberta). Gedurende ons verblijf daar ben ik Engelstalig opgevoed. Ik haal nog steeds de lidwoorden door elkaar en als ik moe ben kunt u misschien nog een Engelstalig accent bij me waarnemen.
In het najaar van 1969 zijn we weer terugverhuisd naar Nederland (Maasland). Vanwege het taalprobleem heb ik de eerste twee jaar van de middelbare school moeten overdoen. Daarna vormde dit geen probleem meer. In 1977 heb ik mijn eindexamen gedaan op het Sorghvliet Gymnasium in Den Haag.
In september 1977 begon ik aan de studie theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Aanvankelijk niet om predikant te worden, maar om me te kunnen verdiepen in de Bijbel en in vragen omtrent geloof en leven. Een periode die gekenmerkt werd door een sterke maatschappelijke betrokkenheid mijnerzijds en die ik uiteindelijk heb ervaren als een zoektocht naar zin en zegen, doel en bestemming.
Op 17 juni 1990 werd ik bevestigd in het ambt van predikant en deed ik intrede in de Gereformeerde kerk van Valkenburg ZH, waar ik gedurende 9 ½ jaar met plezier heb gewerkt.
Daar ben ik getrouwd met Cathy. Samen hebben we drie dochters: Jamie (31 jaar – uit Cathy’s eerste huwelijk), Cayli (21 jaar) en Fay (19 jaar), beiden uit ons huwelijk.
Daarna ben ik in dienst getreden van de Gereformeerde kerk van Naaldwijk en vervolgens parttime in de Hervormde kerk (nu Protestantse gemeente) van Kaag.

Je vertelde dat je graag veel had willen reizen op jonge leeftijd. Dat is niet doorgegaan. Later heb je met een schip reizen gemaakt. Heb je de “schade “een beetje ingehaald?
Dat moet toch mogelijk zijn met zo’n vrouw die bij de KLM werkt?

Tijdens mijn studie heb ik veel gewerkt (allerlei bijbaantjes en op den duur een deeltijdbaan van 21 uur per week) om in de kosten te voorzien. Na mijn studie heb ik die deeltijdbaan aangehouden om te sparen voor een wereldreis. Mijn plan was om gedurende 2 ½ jaar de wereld te verkennen en dan vooral die gebieden waar je normaliter niet komt. Een neef van mij was toen stuurman op een schip met als thuishaven Singapore. Het leek mij boeiend om met hem de Stille Oceaan over te varen naar het Panama kanaal. Hoe is het midden op het oceaan, hoe voelt dat, wat kom je daar tegen? Misschien is het heel saai, maar dat kon ik me toen niet voorstellen. Helaas is mijn vader in mei 1988 plotseling overleden ten gevolge van een complicatie na een open hart operatie. Hij was 59. Dat kwam hard aan. Ik kon het toen niet over mijn hart verkrijgen om van mijn moeder en het thuisfront afscheid te nemen. Ik wilde dat ook niet! Om mijn tijd zinvol in te vullen leek het me verstandig om alvast mijn kerkelijk examen te doen, waardoor ik me te zijner tijd beroepbaar zou kunnen stellen binnen de Gereformeerde Kerken Nederland. Dan heb je dat alvast op zak. Als grap zeg ik tegen mensen, dat ik de kleine letters niet goed gelezen heb. Want als je het kerkelijk examen hebt gehaald, word je meteen beroepbaar gesteld. Zo kwam ik in Valkenburg terecht. Als grap zeg ik ook tegen mensen – en nu moet u niet denken dat ik een ongelooflijke grapjas ben, want dat ben ik niet – dat ik met Cathy getrouwd ben, omdat zij werkt bij de KLM en ik op die manier goedkoop over de wereld kan vliegen. In feite hebben we dat weinig gedaan vanwege onze roosters, schema’s en werk. Misschien ook wel goed in het kader van verduurzaming en vliegschaamte. Uiteraard ben ik met Cathy vooral getrouwd, omdat zij de vrouw van mijn leven is!



Op Kaageiland wonen, lijkt mij wel heel bijzonder. Wil je hier wat over vertellen?
Op een eiland wonen is best wel apart. Als je bij de pont aankomt, die 24 uur per dag heen en weer vaart, moet je een knop omdraaien. Je moet wachten en geduld hebben. Niets ten nadele van de pont, want dat is goed geregeld. Maar je leert om je te onthaasten. Een voordeel van de pont is de drempelwerking. Er is weinig criminaliteit, want als je een inbraak hebt gepleegd moet je toch weer voor de pont wachten. Op Kaageiland was het gebruik om via de achterdeur, die openstond, binnen te komen. De achterdeur van de pastorie was lange tijd ook niet op slot. Maar op een gegeven moment hebben we dat veranderd, want je weet het maar nooit. De pastorie is een heel sfeervol huis met het mooiste uitzicht naar voren en achteren, maar slecht geïsoleerd. In 2013 zijn we verhuisd vanuit de pastorie naar een eigen woning. Een heel stuk kleiner, maar we zijn er heel content mee!
Nog één bijzonder iets over Kaag. Kaagdorp wordt in tweeën gedeeld door de Haarlemmer Ringvaart. Kaageiland behoort tot de gemeente Kaag en Braassem en daarmee tot de provincie Zuid- Holland. Buitenkaag behoort tot de gemeente Haarlemmermeer en daarmee tot de provincie Noord- Holland. Over het algemeen leidt dat volgens mij niet tot al te grote problemen.

Op 27 januari ben je aan onze gemeente verbonden.
Door onze gemeente en nu onze predikant werden er beloftes gedaan.
Interviewer vond dat nogal een aansprekend moment voor beiden.
Wil je hier iets over toelichten?

Formeel ben ik door de Protestantse gemeente Kaag gedetacheerd naar uw gemeente De Rank. Een voor de hand liggende constructie om veel rompslomp te voorkomen. Om het kort door de bocht te zeggen: ik word door de kerk van Kaag aan u uitgeleend en door u ingehuurd voor 30%. Maar dat klinkt zo afstandelijk. In feite ben ik nu ook gewoon uw predikant! Onze beide gemeenten waren via de classis al aan elkaar gekoppeld in verband met de waarneming. Nu Liesbeth met vervroegd emeritaat is gegaan, zal collega Joep van den Berg uit Voorhout voor mij waarnemen in uw gemeente en in de Kaag.
Om op uw vraag terug te komen: er zijn inderdaad beloftes gedaan. Voor mij is het heel belangrijk dat u weet, dat alles wat u mij in vertrouwen vertelt onder ons blijft. Ik ben begonnen aan een kennismakingsronde door uw gemeente. Het is een eerste kennismaking van 40 tot 45 minuten. Als u iets op uw hart hebt, als u iets in het bijzonder aan de orde wilt stellen, voelt u zich vooral vrij om dat te doen. Dan maken we een extra afspraak om juist daarover te praten. Vanaf de eerste keer dat ik in uw gemeente voorging, ervoer ik ruimte onder u. Zelf ben ik niet iemand die een ander een etiket opplakt of in een hokje plaatst. Ik hoop dat u dat ook niet met mij doet. Dan kunnen wij een mooie toekomst tegemoet gaan.



Wat lijkt, nu je nog maar kort bezig bent, het verschil tussen gemeente de Rank en Kaag?
De gemeente Kaag is echt een dorpsgemeente. Na de reformatie werd de kerk in 1618 gebouwd. Bijzonder is dat de gemeente in de eerste jaren nog door een Rooms-Katholieke priester werd bediend. Als ik het verschil tussen beide gemeenten moet aanduiden, dan denk ik aan het volgende: Kaag is vanouds een hervormde kerk, zeg maar een volkskerk. Er zijn geboorteleden, doop- en belijdende leden. Vanaf de zestiger jaren is er niet meer structureel gebouwd in ons dorp. Jongeren die zelfstandig wilden gaan wonen, moesten naar elders en werden dan ook kerkelijk overgeschreven. Het toekomstige middenkader verdween. Onze gemeente kent nu een kleine kern, die alles draaiende houdt. Daar om heen zijn er nogal wat randkerkelijken (geboorteleden en doopleden). Maar ik moet bekennen, dat ik als van oorsprong ‘gereformeerde’ steeds meer ga zien in het idee van een volkskerk. Al die mensen onder één dak - sommigen die betrokken zijn, anderen die helemaal niet betrokken zijn. Het is mijn ervaring als predikant, dat mensen op kruispunten in hun leven soms de weg naar de kerk kunnen vinden en een beroep op je doen. Dat is het moment dat je voor hen ‘kerk’ kunt zijn.
De Rank is natuurlijk een bijzondere gemeente. U heeft volgens mij allemaal er heel bewust voor gekozen om daar lid van te worden. Daardoor bent u ook heel gemotiveerd. U doet veel zelf. Onlangs maakte ik de voorbereiding mee voor de doorlopende viering in de Bethelkerk in Den Haag. De kinderen die in afwachting waren van het besluit van de regering over het kinderpardon. Ik werd enthousiast van de inbreng van de betrokkenen.

Heb je al bijzondere aandachtspunten c.q. zaken waar je bijzondere aandacht aan gaat geven bij de Rank en wat ga je anders doen? Ook gezien het feit dat je altijd op afstand zit?
Tijdens haar afscheid van de Rank heeft collega Liesbeth Oort aan mij het stokje doorgegeven in de vorm van een takje van een druivenplant. ‘de Rank!’ Ik had dat niet verwacht, maar vond het wel een speciaal moment. Liesbeth heeft zich met hart en ziel ingezet voor de gemeente de Rank. Ik hoop in haar spoor te kunnen volgen. Wat ik anders ga doen? Ik weet het niet. Ik ben wie ik ben en ik blijf mezelf. Misschien dat er daardoor bepaalde dingen anders gaan, dat kan. We zullen het zien.
terug